|
||||||||
Alweer een smaakmakend gezelschap dat laat horen dat de Nederlandse jazz op een torenhoog niveau staat. Ruud Breuls (1962) trompet/flugelhorn en Simon Rigter (1962) tenorsaxofonist, lopen al een aantal jaren mee, maar nog niet eerder sloegen ze de handen ineen en vormden ze een quintet. Beiden speelden grotendeels in Big Bands, Breuls in het Metropool Orkest en daarna in de WDR Big Band Köln en Rigter in het Dutch Jazz Orch. , Jazz Orchestra of the Concertgebouw (wanneer krijgt dat een betere naam ?) en het Rotterdam Jazz Orchestra. Simon Rigter en Ruud Briels speelden voor het eerst samen in 1997 in de band “Buddies in Soul” geleid door jazzicoon van weleer, pianist Cees Slinger. Min of meer oude reuzen dus en gepokt en gemazeld in de jazz, verwacht hier dus niet allerlei modernistische uitstapjes met cross-over richting wereldmuziek, klassiek, rock of anderszins. Nee hier horen we gewoon hard bop of postbop, plak er maar een etiket op, waar ik overigens helemaal niet van houd, gewoon prima muziek. Na de nodige beluisteringen van te recenseren albums uit de hedendaagse jazz overvalt mij vaak de behoefte om weer even iets geheel anders te beluisteren, dan kan ik natuurlijk uit andere muziekgenres mijn keus maken, maar als het bij de jazz blijft wordt het vaak een plaat uit het oeuvre van Prestige en vooral Blue Note. Na het beluisteren van dit album ontbreekt die behoefte ten enenmale, niet dat dit een 100% doorslag is van een oude Blue Note lp, maar het geluid, de sfeer doet er wel sterk aan denken en dat is tevens een compliment voor de capaciteiten van deze groep. Allemaal eigen werk, behalve “Let’s Cool One” van Thelonius Monk. De helft van de nummers is geschreven door Karel Boehlee (1960,pianist/Fender Rhodes), hij speelt dus een grote rol in het quintet. Hij was vanaf zijn jonge jaren een ontdekking in de Nederlandse jazzscene. Hij had veel succes in Japan waar hij regelmatig optrad met zijn European Jazz Trio. Hij speelde met veel grootheden waaronder veel optredens met Toots Thielemans en Philip Catherine. Simon Rigter nam drie nummers voor zijn rekening. Drummer Marcel Seriese (1962) is bekend als sessiemuzikant zowel in de jazz als in de popmuziek, hij is de zoon van de welbekende en gelouterde bassist Koos Serierse die inmiddels is gestopt. Bassist Jos Machtel (1962) behoort ook tot de Nederlandse jazztop, hij speelt niet alleen bas maar ook ventieltrombone en tuba. Hij is vast lid van het Benjamin Herman Trio en diverse andere groepen waaronder het Brussels Jazz Orchestra. Het geluid van deze groep is helemaal in evenwicht met fraai harmonieus samenspel van trompet en saxofoon en een ritmesectie die staat als een huis en in de snelle stukken dendert als een sneltrein. Simon Rigter heeft les gehad van alweer een icoon uit het verleden, Ferdinand Povel en dat heeft zeker vruchten afgeworpen, zijn spel blinkt uit door sonoriteit en een heldere timing. Het geluid van Breuls heeft veel weg van weer een andere met grote status, zijn mentor Cees Smal. Breuls zijn prachtige warme toon komt vooral tot zijn recht op de flugelhorn met diens volle klank ( “Goodbye Cerbaia”). Niet alleen een leuke compositie maar ook de intentie erachter is o.k.,is het nummer “Blanton”, een eerbetoon aan Jimmy Blanton, bassist bij het Duke Ellington Orkest in de jaren ’30 en een echte vernieuwer met zijn pizzicato- en arco bassolo’s ver voordat anderen hem volgden. Al bij al is dit een prima album en om daar een sticker op te plakken heeft geen zin, iedereen die de jazztraditie omarmt, take your chance. Dit is niet de muziek van de ooit gevierde jazzster Wynton Marsalis die inmiddels is teruggekeerd naar de muziek van Ellington en vergeten is dat jazz zichzelf altijd opnieuw moet uitvinden, dit is gewoon levende muziek van nu, geniet ervan. Jan van Leersum
|
||||||||
|
||||||||